Een nieuwe kijk op ongeschreven regels

Sinds twee maanden hebben Richard en ik weer een nieuwe huisgenoot. Haron is 22, komt uit Jemen en is statushouder. En hij is supernieuwsgierig. Elke dag komt hij wel een keer naar ons toe en zegt in zijn meest correcte en beleefde Nederlands: “Ik heb een vraag.”  Van zijn vragen leer ik ontzettend veel.

“Wat is het verschil tussen voorkómen en vóórkomen?”, kan hij bijvoorbeeld vragen. Dat zet me aan het denken. Ik krijg daar – het zal eens niet- allemaal duurzaamheidsassociaties bij. Wie weet kom ik daar nog eens op terug in een nieuwe blog. Maar ook stelt hij vragen als: “Wanneer die mevrouw straks komt, moet ik haar dan een hand geven?” Of: “Richard is bijna jarig. Moet ik dan een cadeau voor hem kopen?” “Moet ik dat cadeau dan inpakken?” En zelfs: “Waar koop ik inpakpapier?”

Stuk voor stuk vragen waarvan ik denk: huh? Maar dat is toch heel normáál? Nou, nee dus.

We vergeten vaak dat wat wij normaal vinden, vooral letterlijk normaal is: het voldoet aan een norm. Aan onze norm, die we zelf hebben bedacht. Een norm is een sociale afspraak met een specifieke groep. Een ongeschreven regel. Dus als Haron mij vraagt “Waarom vieren volwassenen in Nederland hun verjaardag? Dat is toch meer iets voor kinderen?”, leer ik van hem dat er in Jemen andere afspraken gelden rondom verjaardagen. Dat verjaardagen daar vooral voor kinderen worden gevierd.

Moet ik je cadeau uitpakken als ik het krijg?

Zoeken naar antwoord

Het is veelzeggend dat je, wanneer je antwoord moet geven op een vraag over iets wat jij heel vanzelfsprekend vindt, je nog best moet zoeken naar een antwoord. Ik probeerde iets als: “In Nederland hebben we niet zo veel tradities of feestdagen waarop je elkaar als familie ziet. Een verjaardag is dan echt een dag om elkaar weer even op te zoeken.” Haron knikte begripvol. Maar ik dacht: ik verzin dit ter plekke. Geen idee waarom volwassenen hun verjaardag vieren. Omdat we dat zo gewend zijn, waarschijnlijk. En zo plak ik er mijn eigen betekenis op.

Wat zijn de ongeschreven regels in jouw werk?

Naar mijn werk neem ik deze nieuwe kijk op normen ook mee. Wel verfrissend, wanneer je werk voor een belangrijk deel gaat over het verschuiven of het opnieuw inkleuren van normen. Zo hoorde ik in een training over het agenderen van duurzaamheidsdilemma’s een ingenieur vertellen over een natuurinclusief ontwerp dat hij had gemaakt van een kantoorgebouw. “Het werd afgekeurd”, vertelde hij beduusd, “omdat ze het niet mooi vonden. Niet strak genoeg.”

Op zo’n moment is het goed om je af te vragen wat er dan precies onder die norm, de ongeschreven regel, ‘mooi’ zit. Hier was dat ‘strak’. Strak heeft in dit geval dus ook een eigen onderliggende betekenis. Mogelijk iets wat samenhangt met de waarden zakelijk, schoon en weinig onderhoud. In deze betekenis is strak dus blijkbaar mooier dan groen. Dat ligt nergens vast. Dus wie weet doet een gesprek hierover het beeld nog kantelen.

Nieuwe normen

Zelfs over normen die verankerd zijn in regelgeving, kan nader onderzoek of een goed gesprek op z’n plaats zijn. Ik hoor vaak de veronderstelling (of de zorg) dat circulaire bouwmaterialen niet aan de wettelijke normen zouden voldoen. In zo’n geval wordt nogal eens ‘het zekere voor het onzekere genomen’ en afgezien van circulair. Vaak nog zónder te checken of het materiaal inderdaad niet aan de vastgestelde normen voldoet. Zonde toch?

In gesprek met adviesbureaus die hun klanten graag willen meenemen in meer duurzame keuzes, beluister ik vaak een pijnlijke klimaatspagaat. Het bureau wijst de klant de groene kant op, maar deze ziet geld, tijd en kwaliteit als belangrijkste richtingaanwijzer. En zo lang duurzaamheid nog geen ‘normaal’ onderdeel uitmaakt van het begrip kwaliteit, blijven groene alternatieven keer op keer een sluitpost. Het gesprek hierover aangaan kan bestaande geschreven en ongeschreven regels, normen, oprekken. Dat kan ook in kleine stappen.

Zo lang duurzaamheid nog geen ‘normaal’ onderdeel uitmaakt van het begrip kwaliteit, blijven groene alternatieven een sluitpost.

Met wie durf jij een dergelijk gesprek aan te gaan? In welke situatie zou jij graag de geldende norm willen verschuiven door simpelweg vanuit nieuwsgierigheid te zeggen: “ik heb een vraag”.

Om dan vervolgens samen te onderzoeken: Waarom doen we dit eigenlijk zo? Is de reden waarom we dit ooit zo bedacht hebben nog steeds geldig? Zou het ook anders kunnen? En maken onze duurzame ambities, of de maatschappelijke uitdagingen, juist ook niet een ander besluit meer valide?

Wie weet wat voor veranderingen het in gang zet wanneer je samen met je collega of opdrachtgever weer eens met een frisse blik kijkt naar dat wat we vanzelfsprekend (normen) zijn gaan vinden.

Previous
Previous

Overvloed: de podcast bij de voorstelling

Next
Next

Hypocrisie en ambivalentie