Weerstand? Welke weerstand?

Vaak krijg ik tijdens trainingen de vraag: hoe ga ik om met weerstand? Bij voorkeur worden deze vragen verpakt in ambitieuze denkoefeningen als: hoe overtuig ik iemand als Thierry Baudet? Of, actueler: hoe breng ik Donald Trump op andere ideeën?

Ik haal dan meestal de curve erbij die laat zien dat er een normaalverdeling bestaat in het spectrum tussen vernieuwers en onwilligen. Daarmee maak ik zichtbaar wat vrijwel altijd onbewust gebeurt: op basis van jouw eigen aannames over de weerstand van de ander tegen jouw standpunt, maak je iemand tot mede- of tegenstander. Maar waar baseren we die aannames eigenlijk op? Waarom denken wij te weten of, en in welke mate, iemand in de weerstand zit?

Dat lijkt een filosofische vraag, maar eigenlijk is het vrij praktisch: we beoordelen mensen op wat ze doen. Daarmee belanden de Trumps en Baudets van deze wereld, als het gaat om duurzaam handelen, aan de uiterste rechterzijde van de verandercurve, bij de onwilligen en halsstarrigen. En voor gesprekken met types aan die zijde van de curve geldt het advies: begin er maar niet eens aan. Daar valt geen toenadering of beweging te verwachten, dus waarom zou je hier energie in steken?

Als je vooruit blijft kijken geeft weerstand je informatie om je koers optimaal te kiezen.

Andere daden, ander gezicht

En waar staat Elon Musk dan op deze curve, werd me pas gevraagd. Dat is ook een hele interessante. Musk illustreert mooi hoe wij anderen inschatten en beoordelen op wat ze doen. Een paar jaar geleden zouden we hem wellicht nog helemaal links in de curve hebben geplaatst, met zijn Tesla en zijn visie op een betere wereld. Inmiddels laat de techmiljardair een heel ander gezicht zien. Of meer concreet: hij doet heel andere dingen.

Ook onze collega, of onze buurman beoordelen we op hun handelen. ‘Komt ze nou weer met de auto, terwijl ons kantoor tegenover het station ligt?’;  ‘Heeft hij nou al zijn afval in de grijze container gegooid?’ Die hebben vast helemaal niks met duurzaamheid, denken we dan al snel.

Maar hoe kunnen we dat weten als we het hem of haar niet vragen? Niet vanuit een houding van morele superioriteit, die in zulke gevallen snel op de loer kan liggen, maar vanuit oprechte nieuwsgierigheid. Voelen ze daadwerkelijk weerstand tegen duurzame keuzes, of zijn er heel andere redenen voor wat ze doen? Een goed getimede vraag kan soms tot verrassende inzichten leiden.

De stille meerderheid, die tijdens de lunch zichtbaar anders kiest, staat ook open voor verandering.

Zelf de norm verschuiven

Een andere manier om erachter te komen of en in welke vorm er sprake is van weerstand, is door uit eigen beweging de norm te verschuiven en te kijken wat er gebeurt: ontstaat er verontwaardiging? Protest? Een tegenbeweging? Verbazing? Verrassing?

Tijdens een training vertelde een brandweerofficier dat hij onlangs tijdens het nablussen opdracht had gegeven om rivierwater te gebruiken in plaats van leidingwater (Spa blauw, zeg maar). Rivierwater wordt ‘normaal gesproken’ pas in het geval van watertekort gebruikt. Hij rekende op weerstand: “Ze eten immers ook altijd een kroket tijdens de lunch, en klagen als er geen vlees is.” Hoe zouden zijn manschappen reageren? Zouden er veel grappen volgen? Of zouden ze hem niet meer zo capabel vinden als ze hadden gedacht?

Er kwamen achteraf vooral vragen, vanuit nieuwsgierigheid. Waarom had hij hiervoor gekozen? En: zouden ze dat niet vaker kunnen doen? Best wel duurzaam, eigenlijk. Zo zie je dat de stille meerderheid, die tijdens de lunch zichtbaar anders kiest, ook open staat voor verandering.

Geleidelijke aanpassing

Een ander voorbeeld kwam van iemand die bij een organisatie werkt die duurzame doelen omarmt. Zij wilde niet meer vliegen voor een korte vakantie naar de zon. Bij haar leidinggevende gaf ze aan dat het wel logisch zou zijn wanneer de organisatie het zou stimuleren om over land te reizen naar je vakantiebestemming. Ze suggereerde om extra vakantiedagen te bieden aan medewerkers die met de trein op vakantie gaan. Dat was best spannend. Haar leidinggevende vliegt namelijk graag naar Griekenland. Zou hij haar uitlachen? Of verontwaardigd wegsturen?

Er werd weliswaar welwillend geluisterd, maar het verzoek bleef in de la liggen. Zonder zichtbare weerstand, maar ook zonder actie. Daarop besloot zij gewoon te gaan en haar reisdag als werkdag in de trein te schrijven. Ze deelde het verhaal met collega’s. En naarmate meer collega’s besmet raakten met het idee, volgden anderen het voorbeeld. En werd er vaker over gesproken. De leidinggevenden gaf dit zelfs als voorbeeld in een werkoverleg. De weerstand was opgelost. Of was deze er eigenlijk nooit geweest? Was het meer een kwestie van tijd en voortschrijdend inzicht? Hoe dan ook, het voorstel is nu ook onderwerp van verschillende cao-besprekingen.

Een mens is veel meer dan zijn of haar daden. Wat we interpreteren als weerstand, kan ook iets heel anders zijn. Wat precies, daar kom je pas achter als je het gesprek erover aangaat. En als je echt nieuwsgierig bent naar de afwegingen die aan het handelen ten grondslag liggen.

Rogers’ innovation adoption curve

Rogers’ innovation adoption curve

Next
Next

Vol vertrouwen vaart maken